Sprite icons

PI-regelaar met display voor klepaandrijving | 0-1000 Pa | 24 VAC-VDC

Er heeft nog niemand gereageerd op dit product, wees de eerste (zie onderaan), we stellen uw mening op prijs!
Artikelcode DPSAG-1K0 -2
GTIN 0.540.100.301.759.3
Intrastat nummer 90.32.89.00
Categorie Verschildrukregelaars met display voor klepaandrijvingen
Huidige voorraad 8 Stk
Fabriekslevertijd 4 Week(en)

Productbeschrijving

De DPSA-2 reeks zijn hoge resolutie verschildrukregelaars met display. De geintegreerde PI-regeling met anti-windup functie zorgt ervoor dat klepaandrijvingen rechtstreeks aangestuurd kunnen worden. Ze zijn uitgerust met een volledig digitaal sensorelement en ze zijn zo ontworpen dat zij voor een breed scala van toepassingen ingezet kunnen worden. Nulpuntkalibratie en reset van de Modbus-registers kunnen worden uitgevoerd via een microschakelaar. Ze beschikken ook over een geïntegreerde K-factor en een analoge / modulerende uitgang (0—10 VDC / 0—20 mA / 0—100 % PWM). Alle parameters zijn toegankelijk via Modbus RTU. Dit toestel werkt op 18-34 VDC / 15-24 VAC ±10 %. De regelaar werkt binnen een bereik van 0 tot 1.000 Pa.

Aanvullende specificaties en beschrijvingen


Constante druk, luchtvolumestroom of luchtsnelheid?

Deze drukverschilregelaar regelt klepaandrijvingen. De kleppositie wordt geregeld om het drukverschil [Pa] constant te houden op het instelpunt. Het werkbereik is 0 tot 1.000 Pa. Het is ook mogelijk om de klepstand te regelen op basis van luchtvolume [m³/uur] of luchtsnelheid [m/s]. Gebruik de optionele aansluitset type PSET-PVC-200 of PSET-QF-200 om het luchtvolume te regelen op basis van de K-factor van de ventilator. Deze aansluitset kan ook gebruikt worden om verschildruk te regelen. Om het luchtvolume te regelen op basis van kanaaldoorsnede [cm²] of luchtsnelheid [m/s], gebruikt u de optionele aansluitset type PSET-PTS-200 of PSET-PTL-200. Het instelpunt kan worden aangepast via Modbus RTU.
 
Wat is het verschil tussen een verschildruksensor (of transmitter) en een verschildrukregelaar?
Het uitgangssignaal van een verschildruksensor (of transmitter) gaat proportioneel stijgen binnen het ingestelde bereik. Dus bij een verschildruk van 0 Pascal is de uitgang 0 Volt, en bij 1.000 Pascal is de uitgang 10 Volt.
Mocht het om CO2 of relatieve vochtigheid gaan, dan zou het perfect mogelijk zijn om op die manier de snelheid van een ventilator of de stand van een klep te regelen: Hoe meer CO2, hoe meer ventilatie. Of hoe meer vocht, hoe verder de klep van de afzuiging open gaat.
ls het echter om verschildruk gaat, is het weinig waarschijnlijk dat er proportioneel geregeld wordt. Meestal werkt een drukregeling niet binnen een bereik, maar eerder op een ingestelde waarde, een "setpunt". Een verschildrukregelaar gaat dan een ventilator of regelklep voortdurend bijsturen, zodanig dat de gewenste druk - het ingestelde setpunt - behouden blijft.
Samengevat :
  • Een sensor (transmitter) meet : en dit gemeten signaal wordt dan gebruikt om de verschildruk te monitoren, of om te gebruiken als meetsignaal voor een externe regelaar.
  • Een regelaar (PI-regelaar) regelt: ergens binnen het bereik van de sensor programmeert u een setpunt. En de verschildrukregelaar gaat via zijn uitgang de ventilator of klep zodanig aansturen dat de waarde die hij meet overeenkomt met het gewenste instelpunt.
Autotune
Deze verschildrukregelaar werkt met een zogenaamde PI-regeling. En zo'n PI-regeling is best ingewikkeld om in te stellen. Maar gelukkig zijn de Sentera verschildrukregelaars voorzien van een autotune functie. U hoeft enkel het gewenste setpunt te bepalen en de regelaar doet de rest. Hieronder gaan we daar even dieper op in, maar u kan dit stukje dus gerust overslaan.
 
Hoe werkt zo'n PI-regeling?
Een PI-regeling kan je best bekijken als een soort "loop" (lus). De verschildrukregelaar voert (net zoals een transmitter), voortdurend metingen uit. Het verschil met een transmitter is echter dat zijn uitgang niet proportioneel omhoog gaat naargelang de verschildruk stijgt. Maar, dat hij zijn uitgang voortdurend gaat bijsturen (en dus ook de ventilator of klep), om als meetwaarde het gewenste instelpunt te bekomen.
In eerste instantie - vlak na het opstarten vanuit stilstand - zal de gemeten waarde veraf liggen van de gewenste waarde (het instelpunt). De regelaar zal dan heftig reageren (met grote wijzigingen in de snelheid van de ventilator tot gevolg). Hierdoor gaat hij zeer snel naar het instelpunt. Waarschijnlijk zelfs erover, waardoor hij de snelheid weer snel laat afnemen. Maar iets minder heftig dan de eerste beweging. Uiteindelijk zullen die fluctuaties afnemen in proportie en "landen" op een mooi stabiel signaal dat overeenkomt met de ingestelde waarde. U heeft nu een stabiele vaste verschildruk.
Naarmate er druk wegvalt of opbouwt, wordt de uitgang van de regelaar automatisch gecorrigeerd. Om zo het instelpunt te kunnen vasthouden.
In een PI-regeling zit trouwens ook een vertraging ingebouwd. Zodanig dat bij het minste drukverschil (iemand die bvb een deur opent), de ventilator niet overmatig begint te compenseren. De vertraging geeft hem de tijd om rustig te corrigeren. Want, niets zo vervelend als een drukregeling die "te" reactief staat afgesteld. Maar danzij de AutoTune-functie heeft u hier geen last van.
 
Praktische toepassingen : CAV-regeling
Eén van de praktische toepassingen van een verschildrukregelaar voor kleppen is een CAV (Constant Air Volume) regelsysteem:
  • Stel u een netwerk voor van ventilatiekanalen waarbij één grote dakventilator gebruikt wordt om vervuilde lucht af te voeren uit verschillende kamers die elk voorzien zijn van een instelbaar luchtrooster (regelklep).
  • Door middel van de HPSA verschildrukregelaar opent elke kamer zijn afzuigklep in functie van het gewenste (meestal voorgeschreven) debiet. Als er wijzigingen in het kanalen netwerk ontstaan door ingrepen in andere kamers of door het veranderen van de ventilatorsnelheid, gaat de HPSA regelaar bijsturen tot het gewenste debiet voor die specifieke kamer correct is.
  • Meestal gaat een PI-verschildrukregelaar (type HPSP) in het hoofdkanaal (waar alle andere kanalen samen komen) de snelheid van de dakventilator automatisch aanpassen teneinde de druk in de leiding constant te houden, onafhankelijk van hoeveel kamers lucht vragen.
Verschildruk, luchtvolumestroom of luchtsnelheid?
Technisch gezien regelt deze verschildrukregelaar enkel de verschildruk [Pa]. Maar op basis van deze meting in Pascal kan het toestel zelf het luchtdebiet [m³/h] of de luchtsnelheid [m/s] berekenen.
Om te regelen op luchtdebiet [m³/h] zijn er 2 mogelijkheden:
  • Ofwel beschikt u over de K-factor van uw ventilator. In dat geval volstaat het die waarde in te geven in het daarvoor voorziene Modbusregister. Verder voert u gewoon een drukmeting uit. Dus met behulp van de aansluitsets PSET-PVC-200 of PSET-QF-200. Het luchtdebiet wordt automatisch uitgerekend en u kan het uitlezen via de Modbusregisters.
  • Indien u niet beschikt over de K-facor van uw ventilator, of de opstelling laat niet toe om die op een betrouwbare manier te gebruiken, is er ook de mogelijkheid om een meting van de luchtsnelheid [m/s] uit te voeren. Meestal is dit eenvoudiger uit te voeren. Hiervoor heeft u dan de optionele PITOTbuis-aansluitset nodig: PSET-PTS-200 of PSET-PTL-200. Omdat u op luchtsnelheid [m/s] wil regelen, is het noodzakelijk om de kanaaldoorsnede [cm²] in te voeren in Modbus, waarna u het luchtdebiet [m³/h] opnieuw kan uitlezen via Modbus.
Het setpunt kan dus zowel in Pascal, m³/h als m/s worden ingevoerd.
 
7-segment LED scherm
Het 7-segment LED-display geeft de verschildruk, het luchtvolume of de luchtsnelheid weer. Bovendien beschikt deze verschildruktransmitter over duidelijke groene, gele en rode LEDs. De groene LED geeft aan dat het de gemeten waarde binnen het ingestelde bereik ligt. Wanneer de meetwaarde binnen het waarschuwingsbereik komt, gaat de gele LED branden. En rood betekent dat de waarde buiten het bereik ligt. De tweede groene LED geeft de sensorstatus aan. Hij wordt geactiveerd wanneer de voeding en Modbus RTU-communicatie zijn ingeschakeld.

 
Analoge uitgang voor aansturen van een EC-motor, frequentieregelaar of klepaandrijving
Deze regelaar geeft de EC-ventilatorsnelheid (of het stuursignaal voor de AC-ventilator snelheidsregelaar) door via zijn analoge uitgang. Dit kan een 0-10 VDC stuursignaal zijn, maar u kan dit via Modbus ook wijzigen naar 0-20 mA of 0 tot 100% PWM.
 
Instellen via Modbus
Alle parameters kunnen ingesteld worden via Modbus RTU
 
Kortere installatietijd
De voedingsspanning, de analoge uitgang en Modbus RTU-communicatie worden aangesloten via het klemmenblok met veerklemmen. Hierdoor is er geen noodzaak aan routinecontroles en is een betrouwbaar contact gegarandeerd. Zowel voor soepele draden als voor draden met harde kern.

Deze verschildrukregelaar werkt op 24 VAC / 24 VDC
Het toestel werkt op 24 VAC of 24 VDC De klemmen (V-) van de voeding en (GND) van de uitgang zijn intern doorverbonden. Dit betekent dat er enkel 3-draads mag gewerkt worden. Dit maakt deze transmitter geschikt voor gebruik in bestaande 3-draads installaties. Bekijk zeker ook de Sentera voedingen.
Bekijk zeker ook de Sentera voedingen.
 
Behuizing van hoge kwaliteit
De behuizing is gemaakt van hoogwaardig r-ABS VO (UL94) kunststof. Dit materiaal is hittebestendig en biedt een goede bescherming tegen stoten. De aansluitingen voor de drukleidingen zijn gemaakt van aluminium. De behuizing biedt een IP65-bescherming tegen het binnendringen van vuil en water. Deze sensor kan aan de wand worden gemonteerd.
 

Bekijk in deze VIDEO hoe u de instellingen van deze sensor kan wijzigen
 
Youtube film over configuratie verschildrukregelaar

Bemerkingen, recensies & beoordelingen

Er zijn nog geen beoordelingen toegevoegd. Wees de eerste die er één toevoegt! Wij stellen uw mening op prijs.
Voeg een opmerking of een recensie en uw waardering toe.
0
Rapporteer een fout