Sprite icons

Waarom de binnentemperatuur meten?

 
Temperatuur is de meting van hoe warm of koud een bepaalde omgeving is. Als we het hebben over omgevingstemperatuur, kamertemperatuur of buitentemperatuur, bedoelen we de temperatuur van de lucht. De temperatuur wordt meestal gemeten in Celsius (°C) of Fahrenheit (°F). Een thermometer meet de temperatuur. Niet enkel de absolute omgevingstemperatuur is van belang, het is de schijnbare temperatuur die mensen beïnvloedt.
 
De schijnbare temperatuur is de temperatuur die mensen voelen. Deze kan extreem verschillen van de absolute temperatuur, afhankelijk van meerdere factoren zoals onder andere de vochtigheidsgraad, windsnelheid (binnenshuis: of er tocht is of niet) en blootstelling aan zonlicht. Over het algemeen is het in de zomer nodig om de binnentemperatuur te verlagen en in de winter om de binnentemperatuur te verhogen en warmteverliezen te beperken. Warmtewisselaars kunnen hierbij helpen, net als ventilatorkachels.
 
Vrije koeling tijdens de nacht
Vrije koeling is de belangrijkste toepassing van ventilatie in functie van de temperatuur. Vrije koeling is een alternatief voor of aanvulling op airconditioning. Wanneer de buitentemperatuur 's nachts daalt, begint het ventilatiesysteem de koelere lucht naar binnen te zuigen. Na verloop van tijd begint het gebouw af te koelen. Wanneer het gebouw de gewenste temperatuur heeft bereikt, stopt het systeem met de toevoer van lucht naar binnen. Het is kosteneffectief en de buitenlucht komt de luchtkwaliteit binnenshuis ten goede.
 
Wisselwerking tussen temperatuur en relatieve vochtigheid
Comfortabele temperatuurniveaus zijn dus gebaseerd op meer dan alleen de temperatuur. Binnenshuis zullen de schijnbare en de gemeten temperatuur echter meestal verschillen door de wisselwerking tussen relatieve vochtigheid en temperatuur. Een hogere relatieve vochtigheid versterkt immers de effecten van koude en warmte. Koude lucht in combinatie met een hoge relatieve vochtigheid is kil, warme lucht met een hoge relatieve vochtigheid voelt warmer aan dan drogere warme lucht.
 
Goede binnenluchttemperatuur
De juiste temperatuur van een binnenomgeving hangt af van het gebruik ervan. Over het algemeen zijn er vier categorieën van werkomgevingen die verschillende temperatuurniveaus rechtvaardigen:
- zware werkomgevingen moeten een temperatuur van ongeveer 13 °C hebben
- lichte werkomgevingen moeten een temperatuur van ongeveer 16 °C hebben
- in winkels en ziekenhuizen voelen mensen zich het prettigst bij een temperatuur van ongeveer 18 °C
- in kantooromgevingen is de ideale temperatuur 20 °C.
De ideale temperatuur is echter afhankelijk van de persoon die de omgeving gebruikt en de temperatuur die hij of zij aanvoelt.
 
Gevolgen van een te hoge of te lage binnentemperatuur
Er zijn verschillende gradaties van te hoge binnentemperaturen. De eerste paar extra graden zullen leiden tot een geleidelijk verlies van comfort en concentratie. Als de temperatuur verder stijgt, kunnen mensen last krijgen van duizeligheid, flauwvallen en hittekrampen. Een temperatuur van 30 °C wordt gezien als een bovengrens voor veilig werken. Aan de andere kant leidt werken bij een te lage temperatuur tot vermoeidheid en eveneens verlies van comfort en concentratie.
 
Aangezien temperatuur en relatieve vochtigheid basisparameters zijn die het comfort en welzijn van bewoners bepalen, kunnen de meeste Sentera sensoren deze meten.
Rapporteer een fout